Ben jij een prettige geprekspartner?

Iedereen gaat op z’n eigen manier een gesprek aan. Dat maakt het soms een uitdaging om met iedereen een goed gesprek te voeren. Ook medewerkers verschillen in hoe gemakkelijk zij gesprekken aangaan, of praten over de persoonlijke ontwikkeling. Het helpt dan dat je als leidinggevende over de volgende competenties beschikt (Geurts & Van Haaren, 2023):

• Je kent de juiste gesprekstechnieken en verheldert vragen.
• Je luistert actief.
• Je motiveert de medewerker om zich verder te ontwikkelen.
• Je zorgt ervoor dat de verwachtingen van de medewerker realistisch zijn.

Er zijn verschillende technieken en inzichten die je kunnen helpen om een gesprek soepeler te laten lopen.

Gesprekstechnieken en inzichten

Een hele belangrijke gesprekstechniek: stel open vragen. Dit zijn vragen die niet met ja of nee beantwoord kunnen worden. Dit klinkt logisch, maar het kan zijn dat je onbewust veel gesloten vragen stelt. Stel vragen die uitnodigen voor een langer verhaal of grotere toelichting.

Ezelsbruggetjes voor een goed gesprek

Je kunt onderstaande gesprekstechnieken gebruiken. Met bijbehorende ezelsbruggetjes, zodat je ze goed kan onthouden en ter plekke kan toepassen.

• Laat OMA thuis: Opinies, Mening, Attitude
• Smeer NIVEA: Niet Invullen Voor Een Ander
• Doe DIK: Denk in kwaliteiten
• Wees een OEN: Wees Open, Eerlijk en Nieuwsgierig
• Denk aan ANNA: Alles Navragen, Niets Aannemen
• Gebruik LSD: Luisteren, Samenvatten, Doorvragen

Stiltetolerantie

Een andere techniek is stiltetolerantie. Het kan in gesprekken ongemakkelijk lijken als er een stilte valt. Gespreksdeelnemers proberen dit dan ook voor te zijn door maar door te praten, en eventuele ‘gaten’ of ‘openingen’ te vullen. Maar daar zit een risico in: als je een ‘makkelijke prater’ bent dan neem je snel het woord en trek je het gesprek grotendeels naar jezelf toe. Je hoort dan niet wat er bij je gesprekspartner speelt. En dat kan de effectiviteit van een goed (ontwikkel)gesprek benadelen.

Probeer minder het woord te nemen in het gesprek, en laat ruimte voor een stilte toe. Dit betekent dat je je rustig houdt. Voor je gevoel moet je af en toe ‘op je tong bijten’. Probeer het te zien als ontspannend: leun wat meer achterover, zie wat er gebeurt.
Vooral als je zorgt voor een goede verbinding in het gesprek kan het geen kwaad hiermee te experimenteren. Begin bijvoorbeeld met koetjes en kalfjes, of spreek elkaar in het algemeen meer regelmatig. Dan kan het na verloop van tijd minder ongemakkelijk voelen om een stilte te laten vallen.

Persoonlijke voorkeur in communicatie

Mensen verschillen in hoe ze zijn, wat hen drijft, wat ze prettig vinden of hoe ze zich uiten. Zo verschillen mensen ook in hun eigen ‘stijl’ van communiceren. Dat iemand dingen niet uit zoals een ander dat verwacht, betekent bijvoorbeeld niet dat ze niet hetzelfde kunnen denken. Het kan daarom zinvol zijn je te verdiepen in de communicatiestijl van de ander. En in die van jezelf.

Een model dat hierbij kan helpen is het DISC-model. Dit veronderstelt dat mensen verschillen in hun mens- versus taakgerichtheid. En in hun intro- versus extraversie. Op deze twee assen ontstaan vier typen mensen:

1. Dominant
2. Invloedrijk
3. Stabiel
4. Conformerend

Deze typen verschillen in hun stijl van communiceren.

Het kan behulpzaam zijn te weten wat voor stijl van communiceren je zelf hebt. En ook welke stijl of voorkeur je gesprekspartner heeft. Zodat je verschillen kunt begrijpen, en je misschien ook kunt aanpassen voor soepeler communicatie.

Via de downloadlink hiernaast vind je de vier persoonlijkheden en hun voorkeuren.

Let wel: de communicatiesuggesties geven een idee van alternatieve communicatiemanieren die aan zouden kunnen sluiten op je gesprekspartner. Maar je moet ze niet te letterlijk nemen. Want dan heb je kans dat je gesprek onnatuurlijk verloopt. Blijf in een gesprek vooral bij jezelf.